Therapie – Behandeling

Allereerst zal worden begonnen met het herkennen van het pijngebied van de patiënt. De therapeut kijkt welke spieren de pijn kunnen veroorzaken en onderzoekt deze spieren. De myofasciale triggerpoints bevinden zich in een verharde streng en voelen bij palpatie (onderzoek) aan als een plaatselijke verdikking. De patiënt ervaart door druk de herkenbare pijn. Tevens wordt er gekeken naar de afname van spierkracht en spierlengte.

De therapie zal gericht zijn op het inactiveren van de myofasciale triggerpoints, waardoor de strakke spierstrengen die verantwoordelijk zijn voor de toegenomen spierspanning worden losgemaakt. De pijn zal hierdoor afnemen. Ook de lengte van de spier moet weer genormaliseerd worden. Hiervoor bestaan verschillende therapeutische technieken.

De meest gebruikte technieken zijn:

  • triggerpoint dryneedling
  • triggerpoint compressie d.m.v. aanhoudende druk op het triggerpoint
  • Cirkelvormige knedingen met toenemende druk
  • Strijkingen met ijs gecombineerd met spierrekking (het blijkt dat een spierspasme/afweerspanning t.g.v. rek te remmen is door een kortdurende intense koude prikkel toe te dienen op de huid boven de spier met zijn MFTP en bijbehorende uitstralingsgebied)
  • Warmte applicatie (dit leidt tot ontspanning in de spier)
  • Contract-relax (aanspannen en ontspannen)
  • Leren ontspannen van de spier (m.b.v. de myofeedback apparatuur)
  • Houdingsadviezen en eventuele oefeningen

De hoeveelheid benodigde behandelingen is moeilijk aan te geven, daar geen persoon hetzelfde is. Er bestaat veel verschil in reactievermogen tussen mensen onderling, met name in het tempo waarin myofasciale triggerpoints te inactiveren zijn. Hoe resoluter en consequenter een pati?nt zijn veroorzakende en klachtonderhoudende factoren aanpakt, des te sneller een goed resultaat wordt bereikt.

In het algemeen geldt: hoe langer de periode tussen het ontstaan van de klachten en het begin van de behandeling, des te groter het aantal benodigde behandelingen.